Het enig bereikbare waterpunt in de haven ligt een schip voor.
Ik ken de mensen en verwacht eea, dus naar de havenmeester en vragen of het water er nog op staat en dat ik water bunkeren wil.
Maar dat het schip van Jurgen recht voor het waterpunt ligt en dat ik dus daar even langszij ga om te bunkeren.
Havenmeester geeft instemming.
We varen naar het waterpunt, 2, 3 honderd meter varen en gaan langszij.
Blijken de mensen aan boord.
Stuiven hun kajuit uit en verbieden ons om langszij te komen.
'Je ligt voor de watertap' heeft geen effect.
'Je koopt maar 50 meter tuinslang'
Dacht het niet natuurlijk.
'Deze plek heeft de havenmeester ons toegewezen als winterplek.'
Ze gingen de havenmeester bellen....
Inmiddels lag ik vast natuurlijk, mij jaag je niet zomaar weg.
Bovendien kan ik varen, in tegenstelling tot Jurgen die zijn 14.99 meter lange tobbe niet handelen kan, ze gebruiken het ding ook als drijvende stacaravan.
De havenmeester gaf nul op request, dus wij gingen water tappen.
Moeders gillend uit de kajuit, dat we niet over dek mochten lopen.....
Ik, 'dan had je dat vooraf even moeten realiseren dat je voor een watertap ligt' gaf nog veel meer lawaai, dat we water moesten tappen was onze schuld, niet hun, 'Havenmeester heeft deze plek, enz'
Of ik verzekerd was, ze hadden net hun romp geschilderd....
Aan het einde was mijn tank weer gevuld en konden we weer naar ons plekje....
Morgen mijn relaas maar eens doen tegen de havenmeester, en adviseren om die mensen geen plekje meer te geven voor een waterpunt in het vervolg...
Wat een verschrikkelijk zure, domme en jaloerse mensen....
En het BPR kon ie ook niet overigens, hij had daar geen boodschap aan. (ik had ook dat opgenoemd)
BPR
Artikel 7.09. Gedogen langszijde te komen
Een aan een aanlegplaats gemeerd schip moet gedogen, dat een ander schip langszijde komt of langszijde daarvan vastmaakt en daarover gemeenschap met de wal heeft anders dan om te laden of te lossen.