Hylke in Frankrijk 1998
12

een
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
tien
elf
twaalf
dertien
veertien
vijftien
zestien
zeventien
achttien

De afdaling
13 juli 1998

Na de tunnel wachten ons nog 43 sluizen voor we de rivier bereiken. De eerste acht hebben een extreem groot verval van wel vijf meter. Zijn we niet gewend hier, maar denk dan even dat dit deel van het kanaal na 1900 is opgeleverd. Dat zie je ook aan de techniek van de 'kleppen' en het draaiwerk van de deuren.

Het ziet er lomp en degelijk uit, maar pas op! Vele bouten zijn afgeknapt of hebben speling, en het zal niet de eerste keer zijn dat je vreest dat zo'n gaval spontaan de sluis indondert. En zwaar draaien!! Nog niet eerder zo hard moeten werken, geloof ik.
Steeds krijg ik de neiging om de oliekan te pakken maar ja, dan kun je wel aan de gang blijven...

Zo 'doen' we in drie dagen de afdaling, met een keer 19 sluizen op -een- dag (6 uren). Je vaart hier echt door het oude Franse land, bouwland, beboste heuvels, vee...
Soms zie je een eindeloos veld zonnebloemen met hun gele kopjes naar de zon gekeerd. Prachtig gezicht. Is meneer Van Gogh hier soms geweest?

Omdat hier bijna geen mens schijnt te wonen, kun je er ook nog geen korst brood kopen. Op twee plaatsen zou je in de sluis kunnen blijven liggen en naar een winkeltje kunnen fietsen op enkele km afstand, maar dat is theorie. Ik bak twee dagen brood in onze oven en dat gaat prima.

Een Frans jacht ligt 'en panne' bij een silo beneden de 27, en de bemanning is op de fiets de wijde omgeving aan het afstropen naar brood, vlees en groenten. Zo zie je maar dat je altijd voor een week voorraden aan boord moet hebben, èn drinkwater niet te vergeten want anders kom je in grote problemen.

Wij vonden de route eigenlijk best mooi. Wel wat lastig te varen vanwege verregaande dichtslibbing en waterplanten. Maar als ze hier een paar mooie aanlegplaatsen zouden maken, zou het best nog eens een populaire route kunnen worden.

Met groet..... Frank


De Saone
15 juli 1998

Het is een rustige zomeravond hier aan de rivier. Een aantal van de verfoeilijk lelijke, futuristisch uitziende huurboten die hier rondvaren, liggen gewoon ergens aan een boom afgemeerd en overal krinkelt rook op van de barbequevuurtjes. Kinderen zijn nog aan het zwemmen of vissen, en hier en daar blaft een hond. De mensen hebben vakantie en hier op deze magnifieke rivier krijgen ze waar voor hun geld. Duur is het zeker, zo'n boot kost al gauw 4000 gulden per week in het hoogzeizoen!

De Saone is echt wat je noemt 'onze lieveling'. We zijn hier al vaker geweest en het kristalheldere water, de prachtige brede stroom met zijn met bomen omzoomde oevers, en niet te vergeten het prima klimaat, bevalt ons zeer. De rivier stroomt door een brede vallei met beboste heuvels op een flinke afstand. Reken daarbij nog de talloze mooie dorpjes en redelijke aanlegmogelijkheden en het verhaal is compleet.

We liggen nu in Pontallier sur Saone aan een 'trappenkade'. Dat is een eeuwenoude kademuur met trapsgewijs oplopende helling naar de weg. De diepte is minimaal, vandaar dat ik alle dikke autobanden uit het magazijn heb gehaald om die op elkaar vast te maken zodat we 80 cm van de kade afliggen. Dat gaat net. Het is een erg aardig plaatsje met alle voorzieningen en de oude Saone stroomt op enige afstand van de bevaarbare rivier midden door het dorp.

Dat zullen we steeds vaker zien, die oude en nieuwe rivier, waarvan de fuctie van de oude stroom waar de vaste stuw in zit, voornamelijk was om de plaatselijke watermolen aan te drijven waar dan bijvoorbeeld een graanmaalderij aan verbonden was. Die molens hadden het recht om een deel van het water te gebruiken en daarvoor hadden ze de beschikking over een eigen sluisje. Voorbeelden zie je in Ormoy, Soing, Scey en nog veel meer plaatsen.

De Saone zelf is bevaarbaar vanaf Corre (Canal de l' Est Sud) tot de samenkomst in de Rhone in Lyon, een afstand van ruim 400 kilometer. De spitsen-schippers spreken met ontzag over de "Petite Saone" vanwege de problemen die ze ondervinden als het hoogwater (Crue) is. Sommige sluizen en tunnels op het traject liggen namelijk bijna haaks op de rivier en soms moet een spits dan op een 'draadje' op de middenbolder om de hoek om zien te komen...

De waterstand kan op de benedenrivier tijdens zo'n Crue wel vijf meter hoger zijn dan normaal, vandaar dat je in de winterbedding vele huisjes op palen ziet staan.

De sluisjes tot Auxonne laten een spits door, maar verder naar beneden bij St Jean de Losne is de vaargeul naar drie meter gebracht en kan een tweebaks duwstel door de 185 x 12 m sluizen.

Hier in Pontalier liggen we ongeveer 147 km van Corre vandaan, en spitsen varen hier zelden. Ik schat niet meer dan één of twee per dag, en de meeste komen leeg vanaf Lyon op zoek naar werk.

Vandaar dat je rustig ergens aan een diepe wal in de buurt van een weggetje aan een boom vast kunt maken. Tafel en stoeltjes buiten en je zit midden in een ongelooflijk mooie natuur. Geen lawaai, geen vervuiling, en met de geur van kruiden in je neus.

Kom moeders, maak eens een goeie fles open!

Met groet... Frank


Plannen gewijzigd
16 juli 1998

We zijn eens rustig met de vaarkaarten aan tafel gaan zitten en hebben druk zitten rekenen.
Willen we naast het Marne à la Saone, wat we net gevaren hebben, ook nog de Doubs gaan doen en dan over Straatsburg en Nancy terug, dan zullen we het wel erg zwaar krijgen.

Het blijkt gewoon dat we dan teveel hooi op onze vork nemen en het moet geen 'werken' worden. We varen voor onze lol. De laatste tijd merkten we al aan onze lijven dat we teveel vaardagen en te weinig rustdagen maakten.
En de boot schreeuwt om onderhoud, de roest staat bij wijze van spreken aan dek.

Kunststofsluisdeuren in Epinal.

Aldus hebben we besloten om vanaf Pontalier sur Saone in een langzaam tempo de Saone 'omhoog' te varen naar Corre aan het Canal de l'Est Sud en zo over de Vogezen via Epinal naar het dal van de Moezel, naar Toul. Daar pikken we de route naar Verdun en Givet weer op. We rekenen de eerste week van september aan de Frans-Belgische grens te zijn.

Deze routewijziging geeft ons meer tijd om rust te nemen, rond te kijken in de omgeving en wat schilderwerk aan boord te doen.

Het volgende probleem wat nu accuut komt opzetten is het ontbreken van GSM. Richard merkte dat al eerder op. Er staan vanaf Gray geen masten meer en de schipper van de Hensie, een spits uit Weesp vertelde dat hij pas sinds een uur of drie boven Gray weer GSM dekking had.

Derhalve krijgen jullie allemaal "leesvrij" van mij ;-)) Ik zal onderweg een aantal stukjes intikken en wanneer ik weer een mogelijkheid tot zenden zie, dan stort ik ineens alles over jullie hoofden uit.

Tot zover vanuit de plaats Gray aan de Sanone waar wij een extra dag blijven want morgen komt... neefje Luuk aan boord!
Zandzakken voor de deur...

Hij zal wel een weekje of twee blijven en kan mij mooi helpen met de vele karweitjes aan boord. En flinke fietstochten maken, dat doen we zeker.

Met groet..... Frank

P.S
Richard, ik heb het net even nagekeken en zie dat ik na aftrek van twee verloren uren in de tunnel, precies 51 vaaruren heb gemaakt vanaf Vitry tot Heuilley.


Opvarig op de Saone
21 juli 1998

We zijn in Pontallier sur Saone begonnen en zo via Gray waar we Luuk aan boord kregen naar Ray sur Saone gevaren. Weer een tunnel bij Savaoyeux van 700 meter maar daar draaien we onze hand niet meer voor om.

In Ray zoeken we een mooie plek in een dikke boom zodat we heerlijke schaduw houden, want de zon brandt de vellen van je rug. We hebben geen barbeque nodig om een karbonade te bakken, het dek is heet genoeg!
Het water is schoon, veel schoner dan je in ons land ooit hebt gezien en we maken er druk gebruik van.

In de namiddag even naar het gigantische kasteel gefietst. 'Othon de la Roche, baron van Ray en Duc d' Athene' ligt hier sinds 1224 begraven aan de voet van één van de torens. In het goed onderhouden kasteel, dat op een bergtop ligt en de hele omgeving beheerst, woont nog een familielid, de oude contessa van 68 jaar. Alleen de tuinen zijn open voor publiek. En een uitzicht heb je hier... fantastisch!

Na Ray zetten we koers naar boven en zoeken weer een 'mals' boompje op tegenover het dorp Soing in een oude rivierarm. Wel heel voorzichtig op het echolood die vier kilometer afleggen, want door een paar bochten moet je af en toe van oever wisselen en er liggen ondiepe grindbanken.

Het is heet... echt, ik ben heel wat gewend hier in Frankrijk maar dit slaat even alles. En dan waait er een snoeiharde, zeer hete wind uit het zuiden tot s' nachts 3 uur. Het wil maar niet afkoelen en we slapen slecht. Een Duitser blijft nog een dag liggen vanwege wat hij de 'sirocco' noemt. We kunnen eigenlijk niet veel anders doen dan in het water liggen om af te koelen. En drinken! De ene fles bronwater na de andere verdwijnt uit het magazijn. Nee, geef ons dan maar het mooie zomerweer wat we de afgelopen maanden steeds hebben gehad. Lekker zonnetje met wat bewolking, af en toe een bedekt dagje met een motregentje... Dan kun je tenminste nog wat doen.

Volgens de wereldomroep hebben jullie in Nelderland nou ook niet te klagen. Kijken of het nou een beetje doorzet..

Wij varen morgen door naar Port sur Saone en dan via Conflandy naar het stadje Jussey waar we de laatste inkopen kunnen doen voor we de Vogezen gaan beklimmen. In Jussey bij de camping weten we een fijn plaatsje onder een dikke boom met mooi zwemwater, dus daar blijven we een extra dagje.

Alles rustig aan, we hebben geen haast. Hopelijk is het dan niet meer zo warm.

Met groet... Frank