IJsbreker Walvis

Bouw en tewaterlating.



Doelstelling

Bouw

Voortstuwing

Functies

Ijsbreken

Revisie

Behoud

Onderhoud

Agenda

maritieme evenementen

Links


Op 7 mei 1949 gonsde het van bedrijvigheid en spanning op de Scheepswerf en Machinefabriek Verschure & Co aan de Zamenhofstraat in Amsterdam.
De reden hiervan was de tewaterlating van de Dieselelektrische ijsbreker WALVIS van de Vereniging voor Algemene Scheepvaartbelangen te Amsterdam, een vereniging, die meerdere ijsbrekers in de vaart had.
Nadat Mevrouw Baset-Derx, die de doopplechtigheid verrichtte, de wens voor een behouden vaart had uitgesproken en de champagnefles tegen de neus had stukgegooid, gleed zij statig in haar element.

Nadat de kinderziekten door een serie proefvaarten naar boven gekomen, waren verholpen, kon de WALVIS op 30 januari 1950 aan haar eigenlijke taak beginnen n.l. de strijd tegen haar erfvijand, "Vadertje IJS".
In deze winter kon bij Schellingwoude geen schip meer in of uit, maar dat gold niet voor de WALVIS. Met een vaart van 4 á 41/2 knoop werd het ijsveld van 15 cm dik doorbroken.
Zonder problemen keerde zij ruimschoots op tijd terug van haar maidentrip in het ijs. De pessimisten had zij achter zich gelaten.

Enkele gegevens:
Lengte 30.00 meter
Breedte 7.60 meter
Diepgang 2.30 meter
Dieselvermogen 3 x 290 APK
Pompvermogen 8.500 liter per minuut

De diepgang is zodanig gekozen, dat het schip, behalve op de Rijkswaterwegen, welke toegang geven tot de havens van Amsterdam, ook op de provinciale waterwegen, vallende in de waterverbindingen tussen Amsterdam en Rotterdam dit is b.v. de Amstel, ijs zal kunnen breken.

De stuurhut is in zijn geheel inzinkbaar, om het passeren van de viaducten, gelegen in de spoorlijn Amsterdam-Haarlem en Amsterdam-'t Gooi mogelijk te maken.